De vergadercycli van de Uraad duren zes weken. In de loop van deze weken vinden de commissievergaderingen plaats, met bijbehorende vooroverleggen, en in de laatste week van de cyclus is de vergadering met het college van bestuur, de UR+. In de eerste cyclus waren er geen commissievergaderingen. Dat maakte deze cyclus onze eerste volledige vergadercyclus. De belangrijkste stukken uit de commissievergaderingen komen nog eenmaal terug in de UR+ om de laatste puntjes op de I te zetten. De raad heeft niet op alle stukken instemmingsrecht, maar ook het bewaken van lopende procedures behoort tot onze taak. Aan de hand van de commissieverslagen hieronder is het mogelijk een beeld te vormen over wat er in de UR+ besproken is.
De commissie OOS was drukbezet afgelopen cyclus. Met zes stukken op de agenda de drukste vergadering, dit werd gereflecteerd in het feit dat er twee vooroverleggen nodig bleken om de bespreking van de stukken te kunnen voltooien.
De voornaamste kwesties bleken in het Model Onderwijs- en Examenregeling en het stuk over digitalisering te zitten. Over onder andere herkansingen, extra kosten naast de studie en blended learning is fel gediscussieerd. Verder werd de matching tussentijds geëvalueerd, en hebben we de bevestiging gekregen dat er in de toekomst geen geldelijke bijdrage aan matching verbonden zal zijn.
Zoals gebruikelijk in de eerste cyclus van het jaar, kwam dit jaar weer het Bestuurs- en Beheersregelement langs in de commissie SPO. Geen grootschalige veranderingen, maar wel een aantal studies die geschrapt werden of zijn toegevoegd. Hierbij werd door de raad wel de vraag gesteld waarom de zij pas in een dusdanig laat stadium geïnformeerd werd. Verder werd er gekeken naar de eerste nota die dit jaar door de raad is ingediend: de nota studentenbinding. In deze nota werd het standpunt gepresenteerd dat door middel van een filmpje, dat alle studenten te zien krijgen aan het begin van hun studie, de studentenbetrokkenheid bij de universiteit verhoogd kan worden. Het College van Bestuur gaf hier geen heel duidelijke ja of nee op, maar stond positief tegenover het concept studentenbinding.
De agenda van de commissievergadering FHI was, in vergelijking met OOS, aan de kleine kant. Daarnaast waren de aangeleverde stukken mager van aard. Bij de ondersteuningsmonitor 2013 werd een presentatie gehouden om zaken nader toe te lichten. Daarnaast werd de financiële transparantie van onderzoeksprojecten besproken. Het plan was om dit project in januari 2014 te starten, maar de materie bleek complexer dan verwacht en ‘nauwkeurigheid gaat boven snelheid’, aldus het CvB. Ten slotte werd de nota over de financiering van een tweede aansluitende master aan de UU behandeld. De SG heeft zich positief uitgelaten over dit onderwerp. Er werd gevraagd of dezelfde regeling getroffen kan worden in de bachelor maar het College gaf aan dat daar de problematiek niet speelt.
Verder zijn in de UR+ vragen gesteld over de toenemende overlast van scholieren in de UBB en problemen met de nieuwe CAO-regeling. Het college gaf aan dat er gewerkt wordt aan een oplossing voor het scholierenprobleem, dit gebeurt in overleg met betrokken middelbare scholen. Het CAO-probleem ligt veel complexer en het college had geen bevredigend antwoord op deze kwestie, waardoor hier later op teruggekomen zal worden.